
Werken met effecten in GarageBand
Effecten voegen een bepaalde klankkleur toe aan een spoor of project. Aan elk fysiek instrument en software-instrument is een groep effecten van professionele kwaliteit gekoppeld, zoals:
- Gate (uitsluitend voor sporen voor fysieke instrumenten)
- Compressor
- Equalizer (EQ)
- Echo
- Galm
U kunt ook andere effecten toevoegen aan instrumenten of aan het project als geheel, waaronder:
- Versterkersimulatie
- Minder laag
- Minder hoog
- Spoorecho
- Chorus
- Flanger
- Phaser
- Tremolo
U kunt elk effect aanpassen met behulp van de bijbehorende schuifknop of het bijbehorende venstermenu. Effecten met venstermenu's hebben voorinstellingen (groepen instellingen) die u kunt aanpassen. U kunt ook uw eigen voorinstellingen maken en bewaren. Zie het onderdeel "Verwante onderwerpen" hieronder voor informatie over voorinstellingen van effecten.
De instrumenteffecten voor echo en galm bepalen hoeveel echo en galm van het instrument naar de masterecho- en mastergalmeffecten worden gezonden. Als u de masterecho of -galm uitschakelt, kunt u voor de afzonderlijke instrumenten geen echo of galm inschakelen. Het effect 'Spoorecho' werkt onafhankelijk van het masterecho-effect en kan verschillende instellingen hebben voor elk spoor.
Raadpleeg de woordenlijst voor een korte beschrijving van elk effect.
Verwante onderwerpen
Effecten toevoegen en aanpassen
Voorinstellingen van effecten bewerken en bewaren
