
Segmenten voor software-instrumenten bewerken
U kunt segmenten met een software-instrument in de editor bewerken. De editor werkt als een microscoop: u krijgt een close-up te zien van een deel van een spoor in de tijdbalk. Wanneer u een spoor of segment bekijkt in de editor, hangt het van het geselecteerde type spoor of segment af wat u te zien krijgt.
- Als u een spoor voor een software-instrument selecteert, geeft de editor de noten in de segmenten van het software-instrument grafisch weer. De linkerkant van elke noot geeft het beginpunt van de noot aan, de breedte van de noot geeft aan hoe lang de noot wordt aangehouden en de verticale positie geeft de toonhoogte van de noot aan. U kunt de afzonderlijke noten bewerken door ze te verplaatsen, de lengte ervan te wijzigen of ze omhoog of omlaag te slepen om de toonhoogte aan te passen.
- U kunt segmenten van een software-instrument ook bekijken en bewerken in de notatieweergave van de editor. Als u de notatieweergave wilt gebruiken, klikt u op de notatieweergaveknop (het nootsymbool) in de linkerbenedenhoek van het labelgebied in de editor.
De editor heeft een eigen maatliniaal en afspeelkop, plus een aantal regelaars, zoals een schuifknop voor horizontaal inzoomen, een veld voor de segmentnaam en een schuifknop om te transponeren.
De editor heeft ook een eigen tijdbalkraster, dat u onafhankelijk van de hoofdtijdbalk kunt instellen. Klik op de rasterknop (de knop met het liniaalsymbool) in de rechterbovenhoek van de editor om de rasterwaarde in te stellen.
U kunt ook het formaat van de editor wijzigen, zodat u meer werkruimte hebt. Om het formaat van de editor te wijzigen, sleept u het gebied van het GarageBand-venster dat zich links van de opnameknop of rechts van het tijddisplay boven de editor bevindt.
De editor openen
Klik op de editorknop (de knop met de schaar) of klik dubbel op het segment dat u wilt bewerken.
Raadpleeg de woordenlijst voor meer informatie over tonen en toonhoogte.
