
Woordenlijst
In de volgende lijst vindt u de definitie van een aantal muziektermen die in de GarageBand Help worden gebruikt.
Term |
Omschrijving |
|
aanslag |
Als u een MIDI-keyboard gebruikt, geeft de aanslag aan hoe hard u een toets indrukt. Noten die u op software-instrumenten speelt met een hardere aanslag, klinken anders dan wanneer u ze speelt met een zachtere aanslag. |
|
audio |
Geluid, met name wanneer het is opgenomen of wordt omgezet in een elektrisch signaal. |
|
beat |
De regelmatig herhaalde ritmische drive van een nummer. |
|
bpm |
Afkorting voor 'beats per minute', tellen per minuut, de eenheid waarin het tempo van een nummer wordt uitgedrukt. |
|
chorus |
Een effect waarbij kopieën van het oorspronkelijke geluid een fractie later worden afgespeeld. Elke kopie wordt op een iets andere toonhoogte afgespeeld dan het origineel. Wordt gebruikt om het effect te produceren van meerdere stemmen of samenspelende instrumenten. |
|
compressor |
Een effect waarbij het verschil tussen de hardste en de zachtste gedeelten van een nummer of spoor wordt verminderd. Compressie zorgt er vaak voor dat een nummer krachtiger en geconcentreerder klinkt, vooral wanneer het wordt afgespeeld op apparatuur met een beperkt dynamisch bereik. |
|
decibel |
Afgekort als dB. Eenheid waarin het volume of de sterkte van geluid wordt uitgedrukt. De decibelschaal is een logaritmische schaal waarop 1 dB ongeveer de kleinste volumeverandering uitdrukt die voor het menselijke oor waarneembaar is. |
|
dynamiek |
1. Een verandering die plaatsvindt binnen een bepaald tijdsverloop. 2. Het bereik tussen het laagste en het hoogste volumeniveau, ook wel dynamisch bereik genoemd. |
|
echo |
Een effect waarbij kopieën van het oorspronkelijke geluid zo veel later worden afgespeeld, dat ze afzonderlijk hoorbaar zijn. Wordt ook wel vertraging genoemd. |
|
effect |
Een apparaat of computeralgoritme waarmee een geluidssignaal wordt veranderd. In populaire muziekstijlen worden verschillende effecten toegepast om de klank een bijzonder karakter te verlenen. Veelgebruikte effecten zijn bijvoorbeeld compressie, equalizer (EQ), echo en galm. |
|
equalizer |
Een veelgebruikt effect waarbij bepaalde frequenties van een geluid in volume worden versterkt of afgezwakt. Door het gebruik van een equalizer kunt u zowel subtiele als drastische wijzigingen in de klankkwaliteit teweegbrengen. Wordt wel afgekort tot EQ. |
|
flanger |
Effect dat vergelijkbaar is met een chorus, maar waarbij het verschil in toonhoogte tussen de kopieën en het oorspronkelijke geluid groter is. Zie phaser. |
|
galm |
Ook wel reverb genoemd. Een effect dat een akoestische ruimte suggereert doordat meerdere kopieën van het oorspronkelijke signaal met geringe tijds- en volumeverschillen worden afgespeeld. |
|
halve toon |
Muziekterm voor de kleinste afstand tussen twee noten. Grotere afstanden, ook wel intervallen genoemd, worden gemeten in het aantal halve tonen. Een octaaf bevat twaalf halve tonen. |
|
maat |
Een regelmatige opeenvolging van tellen of beats die samen als een grotere ritmische eenheid worden waargenomen. |
|
mashup |
Een nieuw nummer maken door delen van andere nummers te mixen. |
|
metronoom |
Een apparaat dat een regelmatig tijdsinterval, bijvoorbeeld de tellen in een maat, hoorbaar maakt door middel van een klik. |
|
MIDI |
|
Acroniem voor Musical Instrument Digital Interface. Een standaardprotocol dat wordt gebruikt voor de communicatie tussen elektronische muziekinstrumenten en computers. U kunt de software-instrumenten in GarageBand bespelen via een met MIDI compatibel keyboard. |
mixen |
De gedeelten van een nummer samenvoegen tot een geheel. U mixt (of mengt) een nummer door spoorvolumes en panningniveaus aan te passen, effecten toe te voegen en wijzigingen aan te brengen in het masterspoor. |
|
noot |
|
Muziekterm voor de toonhoogte of frequentie van een geluid. Majeur- of grotetertstoonladders en mineur- of kleinetertstoonladders bestaan elk uit zeven noten; een chromatische toonladder bestaat uit twaalf noten. |
octaaf |
|
Muziekterm voor een noot waarvan de toonhoogte, uitgedrukt in Herz, tweemaal of half zo groot is als die van een andere noot. Tussen twee noten die een octaaf verschillen, liggen twaalf halve tonen. |
oversturing |
De vervorming die optreedt wanneer het volume het maximale niveau overschrijdt dat de apparatuur accuraat kan reproduceren. Zie vervorming. |
|
pan |
|
Kort voor panorama. De positie van een geluid in het stereobeeld van de linker- en rechterluidspreker. De panpositie van een instrument verschaft de luisteraar de illusie dat het instrument zich op een bepaalde plaats in de ruimte bevindt. |
phaser |
|
Een effect waarbij kopieën van het oorspronkelijke geluid iets later en uit fase met het oorspronkelijke geluid worden afgespeeld. Veroorzaakt een karakteristiek, suizend geluid, dat enigszins doet denken aan dat van een passerend straalvliegtuig. |
remix |
Een nieuwe versie van een nummer maken door materiaal toe te voegen en te verwijderen, effecten te wijzigen en andere bewerkingen uit te voeren waardoor de nieuwe versie duidelijk anders wordt. |
|
tempo |
De snelheid of frequentie waarmee de ritmische beat in een nummer wordt herhaald, gemeten in bpm (beats per minute). |
|
timing |
De nauwkeurigheid waarmee tonen en andere muzikale gebeurtenissen zijn gekoppeld aan de tellen en maten van een nummer, of aan een ander aspect van de muzieknotatie. |
|
toonhoogte |
|
De waargenomen hoogte van een geluid. Bij muziek wordt de toonhoogte van een geluid uitgedrukt in een muzieknoot. Wetenschappelijk gezien komt de toonhoogte overeen met de frequentie van het geluid. |
toonladder |
Muziekterm voor een groep gerelateerde noten die de basis vormt voor een melodie, een serie akkoorden of een heel nummer. De meest gebruikte toonladders zijn de majeurtoonladder (grotetertstoonladder) en de mineurtoonladder (kleinetertstoonladder). |
|
toonsoort |
Muziekterm voor een toonladder die op een bepaalde noot of toonhoogte begint. De beginnoot wordt de grondtoon of tonica van de toonladder genoemd. |
|
transponeren |
Muziekterm voor de verschuiving naar boven of naar beneden van noten of toonladders met een bepaald aantal halve tonen. Het resultaat is een nieuwe toonsoort. |
|
versterking |
Gelijk aan volume. In het bijzonder het verhogen van het niveau van een elektrisch audiosignaal. |
|
vervorming |
Effect dat wordt geproduceerd wanneer het volume het maximale niveau overschrijdt dat de apparatuur accuraat kan reproduceren. Klinkt als een scherp, krakend of knetterend geluid. Doorgaans ongewenst. |
|
volume |
De waargenomen sterkte van een geluid, gemeten in decibellen. |