
Werken met sporen
Basisbewerkingen met sporen |
Sporen in de tijdbalk toevoegen, dupliceren, selecteren, opnieuw ordenen, vergrendelen, hernoemen en verwijderen. |
Werken met de regelaars voor sporen |
De spoormixer weergeven, het geluid van sporen uitschakelen, sporen solo afspelen, het volume en de panning van sporen instellen en het spoorvolume bekijken met de niveaumeters. |
Werken met spoorinstrumenten |
Het instrument voor een spoor wijzigen, effecten toevoegen en aanpassen, het invoerkanaal instellen en de monitor inschakelen voor sporen met een fysiek instrument, het instrumentsymbool wijzigen en instrumentinstellingen bewerken en bewaren. |
Werken met het masterspoor |
Het masterspoor weergeven en wijzigingen in het project als geheel aanbrengen. |